Hooiland en ruigte

Hooiland

Op enkele plaatsen in Wemmel wordt minder intensief gemaaid dan op andere. We passen er 'hooilandbeheer' toe. Dat betekent dat er slechts twee keer per jaar wordt gemaaid, rond juni en september. Hierdoor krijgen planten de kans te bloeien, waardoor insecten er stuifmeel en nectar kunnen verzamelen.

Er wordt, waar voldoende ruimte is, ook gefaseerd gemaaid. Dat betekent dat niet alles in één keer wordt weggemaaid, maar dat ongeveer 1/3e blijft staan. Dat is belangrijk voor overwinterende insecten in dode plantendelen en voor de rijping van zaden van planten die we willen terugzien de volgende lente. Om te verhinderen dat nitrofiele planten, zoals brandnetels, de overhand nemen wordt het maaisel telkens afgevoerd. Zo ontstaat er op termijn een steeds bloemrijker en biodiverser stukje natuur.

Bovendien is langer gras beter bestand tegen de droogte en hitte, wat belangrijk is in het veranderende klimaat. Én de bloemen tussen het gras zorgen ook nog eens voor geur en kleur. In de Wemmelse Motte loopt het hooilandbeheer goed. Hier verschenen diverse orchideeënsoorten zoals de bos-, bijen- en bergnachtorchidee!

Waar kan je deze vinden?

  • Gebied rond de reekbeek 
  • Inkom van de Nederlandstalige school 
  • Bijenhal Dries
  • De Wemmelse Motte 
  • Bufferbekken Ronkel 
  • Verschillende bouwkavels

Ruigte 

Een aantal zones maaien we niet elk jaar. Deze ruigtes zijn plekken waar insecten en andere kleine dieren zich in alle rust kunnen ophouden. Dwergmuizen maken kleine nesten van oude vegetatie in deze ruigtes. Ook de bosrietzanger maakt hier zijn nest. Deze kleine zangvogel komt elk jaar pas in juni aan in België en vertrekt in augustus opnieuw naar Afrika.